In eerdere publicaties heb ik al aannemelijk gemaakt dat de grondwet burger eigenlijk maar bar weinig zekerheid verschaft. De grondrechten toegekend aan de burger staan in artikel 1 tot en met 23. Artikelen 1 tot en met 12 zijn al behandeld in de twee eerdere artikelen.

Artikel 13. Lid 1. Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter. Lid 2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

Wat het resultaat is van deze bescherming? Het aantal telefoontaps in Nederland is al jaren lang buitensporig hoog. Het eigenlijke aantal is onbekend omdat niet alle inlichtingen diensten de gegevens aanleveren. In plaats van de internet providers en telecom bedrijven te verbieden gegevens op te slaan dan wel ter beschikking te stellen aan de autoriteiten is er wetgeving die de data retentie regelt. Men dient als telecom provider gegevens juist een minimale periode op te slaan en ter beschikking te stellen aan de overheden en opsporingsdiensten. Dit gaat uiteraard in tegen de geest van brief en telefoon geheim en holt deze principes nog verder uit.

Wiki stelt: In de praktijk geldt dat van telefoongesprekken gedurende twaalf maanden o.a. worden bewaard de begin- en eindtijd, de telefoonnummers, de namen en adressen van de betrokken abonnees of geregistreerde gebruikers (niet van toepassing bij anonieme prepaid-gebruikers), en de locaties waar betrokken mobiele telefoons zich bevinden, maar niet de inhoud van het gesprek. Bij SMS en MMS analoog. Van e-mails moeten soortgelijke gegevens twaalf maanden (na de reparatiewet: zes maanden) bewaard worden, zoals datum en tijdstip en e-mailadressen, maar niet de inhoud.

Artikel 14. Lid 1.Onteigening kan alleen geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander naar bij of krachtens de wet te stellen voorschriften. Lid 2. De schadeloosstelling behoeft niet vooraf verzekerd te zijn, wanneer in geval van nood onverwijld onteigening geboden isLid 3. In de gevallen bij of krachtens de wet bepaald bestaat recht op schadeloosstelling of tegemoetkoming in de schade, indien in het algemeen belang eigendom door het bevoegd gezag wordt vernietigd of onbruikbaar gemaakt of de uitoefening van het eigendomsrecht wordt beperkt.

Dit artikel regelt het recht van de staat zich burgereigendommen toe te eigenen. Wat dit bij de grondrechten sectie voor de burger doet is me niet geheel duidelijk. Anders dan dat er een schadeloosstelling volgens bij de wet te bepalen normen dient plaats te vinden. Er staat niets in dat de burger verzekert op een voldoende schadeloosstelling of dat de burger recht heeft de door de overheid vastgestelde schadeloosstelling te laten toetsen door bijvoorbeeld een rechter. Wat een burger van dit artikel wijzer wordt is mij een raadsel.

Artikel 15. Lid 1. Buiten de gevallen bij of krachtens de wet bepaald mag niemand zijn vrijheid worden ontnomenLid 2. Hij aan wie anders dan op rechterlijk bevel zijn vrijheid is ontnomen, kan aan de rechter zijn invrijheidstelling verzoeken. Hij wordt in dat geval door de rechter gehoord binnen een bij de wet te bepalen termijn. De rechter gelast de onmiddellijke invrijheidstelling, indien hij de vrijheidsontneming onrechtmatig oordeelt. Lid 3. De berechting van hem aan wie met het oog daarop zijn vrijheid is ontnomen, vindt binnen een redelijke termijn plaats. Lid 4.Hij aan wie rechtmatig zijn vrijheid is ontnomen, kan worden beperkt in de uitoefening van grondrechten voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt.

Hiermee wordt het valletje voor de burger dicht gezet. De grondrechten sectie van een grondwet dient de burger rechten te geven tegenover de overheid die niet door de wetgever verder kunnen worden beperkt. We zijn wederom 3 artikelen verder in de grondrechten sectie en er is geen enkele rechtsbescherming gegeven tegenover de wetgever. De wetgever mag alle tot op heden behandelde grondrechten, met uitzondering van het hilarische artikel 5, naar behoeven inperken door wetgeving. Door vervolgens dit artikel 15 te formuleren is de cirkel van totale controle compleet. De wetgever heeft eigenlijk tot hier geen restricties om de burger met wetgeving te knechten en de rechter heeft dan de wetgeving te volgen om de burger in een kooitje te stoppen. Slechts internationale verdragen als het europese verdrag van de rechten van de mens bieden hoop. De Nederlander heeft geen enkele hoop op rechtsbescherming door zijn eigen grondwet, de staat kan naar believen de grondrechten genoemd in ieder artikel uithollen en doet dat vaak ook met verve.

Categorieën: Geen categorie