van 26 juli 2022


Preambule
Een duurzaam vreedzame samenleving berust op de wederzijdse erkenning dat mensen van nature zijn uitgerust met het vermogen om rationeel in hun eigen belang te handelen.
Deze Grondwet beschrijft de basis van een samenleving waarin de mens zijn eigen autoriteit is. De l libertarische Beginselen gaan ervan uit dat geen enkel mondig mens van nature aan de wil van anderen onderworpen is.
Overheersing van de ene mens over een ander mens of van de ene groep over een andere heeft geen ethische grondslag. Overheersing, onderdrukking en exploitatie van anderen leiden tot agressie en strijd. Duurzaam vreedzaam samenleven vereist vriendschap. Een duurzaam vreedzame samenleving komt tot stand wanneer mensen elkaar onderling vrijlaten om het eigen geluk na te streven. Dit heeft consequenties voor de manier waarop mensen hun samenleving vormgeven.
Mensen die deze beginselen aanvaarden zullen hun medemensen een Sociaal Contract aanbieden waarmee ze te kennen geven in vrede met elkaar te willen samenleven en de zelfbestemming en het eigendom van ieder mens – op basis van wederkerigheid – te zullen respecteren.
Daarvan uitgaande kunnen mensen in de samenleving een netwerk van parallelle maatschappijen opbouwen die op vrijwillige samenwerking berusten. De Grondwet voor deze samenlevingen bevat de fundamentele vrijheden, de manier waarop besluitvorming plaatsvindt en de manier waarop onderlinge geschillen worden opgelost.
De Libertarische Grondwet faciliteert een vreedzame transitie vanuit de bestaande, op legalistische autoriteit berustende structuren. Het erfgoed van bestaande instituties kan geleidelijk overgaan naar stelsels van vrijwillige allianties, wanneer overheden meer en meer in concurrentie komen te staan met vrijwillige samenwerkingsverbanden. Daarmee wordt een natuurlijke selectie van de meest bestendige organisatievorm bereikt.

Artikel 1: Geldigheidsgebied
De Libertarische Grondwet geldt voor de samenleving van mensen die de libertarische beginselen onderschrijven. Binnen libertarische samenlevingen gelden geen verplichtingen vanuit andere sociale contracten.


Artikel 2: Structuur van de samenleving
De individuele mens is de beslissende basiseenheid van de samenleving. De samenleving formeert zich door vrijwillige verbindingen van mondige mensen met elkaar. Mensen en groeperingen zijn vrij om al of niet aan verbindingen deel te nemen, om zich van bestaande verbindingen af te splitsen en om alternatieve, met elkaar concurrerende verbindingen op te bouwen. Mensen – en door vrije verbinding ontstane groeperingen – besluiten zelf hoe zij zich laten vertegenwoordigen. De aldus geaggregeerde, complexere verbonden krijgen vorm door zelforganisatie.


Artikel 3: Besluitvorming
Zonder instemming van alle betrokken partijen kan geen voor allen bindende overeenkomst gesloten worden. Stemmingen hebben tot doel slechts die mensen met elkaar te verbinden die bepaalde gemeenschappelijke doelen willen verwerkelijken.


Artikel 4: Bestuur van gemeenschappelijke activiteiten
De wijze van besturen van alle gemeenschappelijke activiteiten wordt door de participerende deelnemers vastgesteld.


Artikel 5: Eigendom
Elk mens heeft het uitsluitend gebruiksrecht op de producten van het eigen handelen en op eerlijk verkregen eigendom. Eigendom kan naar eigen goeddunken worden geregistreerd, gebruikt, overgedragen en in delen of participaties opgesplitst en het kan met anderen vrij worden uitgewisseld.
Gebruik van eigendom wordt slechts begrensd door het non-agressieprincipe. Eigendom van territorium wordt door het NAP beschermd in zoverre het door de eigenaar rechtmatig is verkregen. Er bestaat geen collectief eigendom.

Artikel 6: Conflictoplossing
Libertarische samenlevingen kiezen voor het oplossen van onderlinge geschillen bij voorkeur een geweldloze weg. Deelnemers aan het Libertarische Sociaal Contract bepalen in elke overeenkomst die zij aangaan zelf de wijze van beëindiging van de overeenkomst, de wijze van arbitrage en de criteria daarvoor. Voor het organiseren en het bepalen van strafvervolging en de wijze van tenuitvoerlegging van straffen kan de libertarische samenleving door gemeenschappelijke besluiten voorzieningen treffen. Brengt iemand een ander onbedoeld materiële schade of letsel toe, dan is de veroorzaker tot vergoeding van die schade verplicht, respectievelijk is de veroorzaker verplicht de lasten van de zorg te dragen die voor herstel of permanente verzorging nodig is.
Veroorzaakt iemand onbedoeld iemands overlijden dan draagt de veroorzaker de zorg voor afhankelijke nabestaanden. Brengt iemand moedwillig schade of letsel toe aan een medemens, dan geldt het natuurrecht op wraak, dat beperkt wordt door het non-agressieprincipe. Het al of niet verlagen van een straf (clementie) wordt door de benadeelde(n) bepaald.


Artikel 7: Verdediging
Elk mens heeft van nature de plicht om zichzelf en degenen waarvan hij/zij de belangen behartigt tegen agressie te verdedigen. Het NAP staat zelfverdediging toe maar geen overtreffende agressie. In vrijwillige alliantie kunnen deelnemers aan het Libertarische Sociaal Contract de verdediging van een groep, de gemeenschappelijke training en de aankoop, productie en onderhoud van middelen ter verdediging organiseren. Zulke allianties kunnen zich organiseren tot een defensief apparaat tegen bedreigingen van buitenaf. Niemand kan ertoe gedwongen worden een ander te verdedigen. Het zich inmengen in conflicten die andere samenlevingen betreffen – behalve het innemen van een bemiddelende rol – is niet in overeenstemming met het NAP.

Artikel 8: Vrijwaring
Vanuit rationeel eigenbelang kunnen mensen zich met elkaar verbinden om elkaar onderling te vrijwaren van de consequenties van onvoorzienbaar ongeluk en ongemak. Het verwerven van rechten uit zulke verbindingen berust op overeenkomsten.

Categorieën: Geen categorie