2.1 Natuurrechten
Streven naar levensgeluk
Ieder individu heeft het actieve natuurrecht op streven naar levensgeluk,
ongeacht zijn geslacht, etniciteit, seksuele geaardheid, levensbeschouwing
of wat dan ook, en heeft hieruit voortvloeiend de vrijheid zijn leven naar
eigen keuzes in te richten en naar eigen inzicht te leiden (recht op zelfbeschikking), mits zijn streven de natuurrechten van anderen niet belemmert,
frustreert, tenietdoet, of op enige andere wijze daarop inbreuk maakt. [1]
N.B. Cijfers tussen vierkante haken verwijzen naar de toelichtingen op p. 20 in hoofdstuk 4
Integriteit van lichaam en geest
Ieder individu heeft het passieve natuurrecht op de integriteit van zijn lichaam en geest. [2]
Eigendom
Ieder individu heeft het natuurrecht om eigendom te bezitten (passief
recht) of te verwerven (actief recht) [3], mits dat eigendom:
a. is verkregen door een transactie met vrijwillige instemming van de
vorige eigenaar onder normaal geachte omstandigheden en tegen redelijke en billijke condities, of
b. door hetzelve gecreëerd of door diens arbeid of geestelijke inspanning
voortgebracht, en daarover kan beschikken op de manier waarop het
goeddunkt resp. daarmee kan doen wat het wil.
Vrijheid van meningsuiting
Ieder individu heeft het actieve natuurrecht op vrijheid van meningsuiting.
Zelfverdediging
Ieder individu heeft het actieve natuurrecht zich te verdedigen [4]:
- tegen agressie die is gericht tegen de integriteit van zijn lichaam of
geest, waaronder begrepen zijn leven; - tegen vrijheidsberoving of dreiging daartoe;
- tegen agressie gericht tegen zijn dierbaren of andere individuen voor
wie het de verantwoordelijkheid heeft c.q. die aan zijn zorg zijn toevertrouwd; - tegen inbreuk of dreigende inbreuk van zijn eigendom;
- tegen aantasting van zijn eer of goede naam en faam.
Wraak
Ieder individu heeft het actieve natuurrecht wraak te nemen voor wat het
is aangedaan. [5]
2.2 Andere rechten
Vereniging
Ieder individu heeft actieve recht op vereniging, mits de verbinding met
anderen niet ten doel heeft de vrijheid c.q. de rechten van anderen te belemmeren, te frustreren, teniet te doen, of op enige andere wijze daarop
inbreuk te maken. [6]
Afscheiding
Ieder individu heeft zonder voorbehoud het actieve recht op afscheiding,
met dien verstande dat eventuele schade die het directe of indirecte gevolg
is van die de afscheiding en die bij de eraan voorafgaande verbinding in
redelijkheid en billijkheid is afgesproken dient te worden vergoed. [6]
Discriminatie
Ieder mondig individu heeft het actieve recht onderscheid te maken (te
discrimineren) met wie hij interacteert of zich verbindt, zowel in een informele sociale context, als in structureel verband via vereniging of formele overeenkomst. [77]
2.3 Onderliggende principes
Niet-initiëren van geweld: het non-agressieprincipe (NAP)
Een individu dient geen agressie te initiëren tegen een ander individu of
groep van individuen. [8]
Principe van proportionaliteit
Het principe van proportionaliteit behelst dat daden en handelingen die
negatieve consequenties hebben of mogelijk kunnen hebben voor anderen
in een redelijke mate in verhouding dienen te staan tot het doel of beoogde
voordeel van die daden en handelingen. [24]
Vervangingsbeginsel
Het vervangingsbeginsel betekent dat wanneer een individu alternatieve
acties tot zijn beschikking heeft om een doel te bereiken, het bij zijn acties
en handelingen behoort te kiezen voor de manier die de minste negatieve
gevolgen heeft, of mogelijk kan hebben, voor anderen, tenzij die manier
naar redelijkheid en billijkheid niet van het individu kan worden verlangd.
[25]
2.4 Vrijheidsbeperkingen
Respect voor vrijheid en rechten van anderen.
Als algemeen uitgangspunt dient een individu de natuurrechten van anderen te respecteren.
Bij zijn activiteiten en handelingen dient een individu a priori de vrijheid
van een ander niet te frustreren of te blokkeren, waaronder mede begrepen
dat het individu activiteiten en handelingen achterwege laat die de ander
last of schade berokkent. [9]
Beperking van gebruik van geweld
Bij het gebruik van geweld ter uitoefening van zijn natuurrecht op zelfverdediging dient een individu zich te houden aan het principe van proportionaliteit. Escalatie van geweld dient te worden vermeden waar en wanneer dat mogelijk is; het individu dient geen ongerechtvaardigd overtreffend
geweld te gebruiken. [8]
Beperking van de vrijheid van meningsuiting
Bij uitoefening van zijn natuurrecht op vrijheid van meningsuiting dient
een individu zich te onthouden van uitingen die oproepen tot of sanctioneren van schending van natuurrechten van een ander individu [10]
Misbruik van eigendom
Een individu mag zijn eigendom niet misbruiken als middel om van anderen iets af te dwingen of anderen in hun streven, mits dat streven redelijk
en billijk is, te belemmeren, te frustreren, teniet te doen of onmogelijk te
maken.
Zolang gebruik van eigendom binnen de grenzen van het NAP valt is er
geen sprake van misbruik.